Waarom ‘Bel me als je iets nodig hebt’ niet werkt
Je hoeft maar te bellen
Els is 67 jaar. Ze houdt van koken, fietsen en dansen. Waar ze vroeger hele buffetten maakte voor familiefeesten bakt ze nu vaak een ei als avondeten. Fietsen doet ze alleen om naar de winkel te gaan, maar haar lange tochten zijn voorbij. En gedanst heeft ze al heel lang niet meer. Toen haar man Peter twee jaar geleden overleed raakte ze in een diep dal. En ze weet niet hoe ze uit dat dal moet krabbelen. Het kost haar al haar energie om de dagelijkse taken voor elkaar te krijgen, en leuke dingen doen met anderen schiet er al helemaal bij in. Els zou heel graag iemand om zich heen hebben die haar een beetje kan helpen. Maar ja, ze vindt het doodeng om om hulp te vragen.
‘Het onderhouden van contacten kan je ineens heel veel energie kosten.’
Marjan heeft, toen Peter overleed, tegen Els gezegd dat ze altijd voor haar klaar stond. Dat Els maar even hoefde te bellen als ze iets nodig heeft. Het contact met Els is ondertussen verwaterd en dat maakt Marjan heel verdrietig. Ze voelt wel aan dat Els het niet gemakkelijk heeft, maar durft ook niet ongevraagd bij haar langs te gaan. De gezellige middagen waarin ze samen in de tuin werkten en over alles spraken zijn voorbij. Marjan mist haar vriendin.
De eerste stap zetten
Wanneer je een verlies meemaakt staat alles op zijn kop. Normale dingen kunnen ingewikkeld worden en het onderhouden van contacten kan je ineens heel veel energie kosten. De vrienden om je heen weten op hun beurt niet goed hoe ze je kunnen helpen, en kiezen er vaak voor om af te wachten totdat je iets van je laat horen. Maar dat kan ontzettend moeilijk zijn wanneer je rouwt. Je wordt soms zo overgenomen door je gevoelens dat het moeilijk wordt om de eerste stap te zetten. Het kan ook zijn dat je je door je verlies onzekerder voelt en dat je er niet meer op durft te vertrouwen dat je ‘leuk genoeg’ gezelschap bent.
‘Soms is het nodig dat je actie onderneemt en langs gaat om samen te overleggen wat je voor iemand kan doen.’
Marjan heeft op een dag genoeg van het wachten en gaat bij Els langs. Ze loopt zoals ze gewend is naar de achterdeur en trekt deze open. Daar zit Els. Op de bank voor de tv met een dekentje. Els schrikt in eerste instantie van het feit dat Marjan haar zo ziet zitten. Maar Marjan lijkt er niet door gedeerd. Ze roept vanuit de keuken ’Wil jij ook thee Els? Ik heb stroopwafels meegenomen!’ Els sputtert niet tegen en tien minuten later zitten ze een beetje onwennig tegenover elkaar, elk met hun tweede stroopwafel.
‘Ik durfde niet’
‘Ik heb je gemist Els’, zegt Marjan. ‘En ik heb het idee dat ik een slechte vriendin voor je ben geweest. Ik heb zitten wachten tot je zou bellen en me zou vragen om langs te komen en dat heb je niet gedaan.’ ‘Nee, dat klopt’, zegt Els. ‘Ik wilde je heel graag zien, maar ik durfde niet. Voordat Peter overleed was ik vrolijk en ondernemend, en nu voel ik me zo eenzaam en krijg ik het huishouden niet eens meer geregeld. Ik durfde me niet in deze toestand aan je te vertonen, maar het lukt me ook niet om er in mijn eentje uit te komen.’ Marjan en Els spreken die avond lang samen en hervinden hun vriendschap.
‘Het kan zijn dat je er niet meer op durft te vertrouwen dat je ‘leuk genoeg’ gezelschap bent.’
Ze spreken af dat Marjan twee keer per week bij Els komt koken, zodat ze de vriezer van Els met gezonde maaltijden kunnen vullen. En samen gaan ze iedere week een ochtend poetsen, de ene week bij Marjan, de andere week bij Els. Zo lukt het Els weer om de huishoudelijke klussen langzaamaan op te pakken. Marjan regelt ook dat Els twee keer per week yoga kan gaan doen. Daar ontmoet Els andere mensen met wie ze na een tijdje leuk contact krijgt. Ze gaat met haar nieuwe vrienden fietsen, en ontmoet een vriendelijke man met wie ze een tango cursus gaat doen. Langzaam ontdekt Els weer hoe ze haar leven leuk kan maken.
Wat jij kunt doen
Ken je iemand die rouwt? Houd er dan rekening mee dat het niet voldoende kan zijn om te zeggen dat je er voor een persoon wil zijn. Soms is het nodig dat je actie onderneemt en langs gaat om samen te overleggen wat je voor iemand kan doen. Zorg ervoor dat je hulp aanbiedt die je ook op de langere termijn vol kunt houden. Het is beter om te zeggen dat je de kinderen elke maand 1 middag meeneemt, dan dat je je eigen grenzen overschrijdt door de kinderen elke dag op te vangen, en je na een tijdje moet toegeven dat dat niet meer lukt. En wanneer jij hulp nodig hebt? Schroom er niet voor om daar om te vragen. De meeste mensen vinden het heel erg fijn om iets voor je te kunnen doen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!